[pic=4_1236866889.jpg]Tijdens het weekend van 7 en 8 februari 2009 organiseerde Natuurpunt een nationaal telweekend van tuinvogels. Natuurpunt ontving gegevens uit ongeveer 6500 tuinen. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat de huismus de top tien nog aanvoert maar in aantal afnam. De vink, de keep, de groenling en de staartmees werden in grote aantallen geteld op en rond de voederplaatsen.Met de Natuurpunt-actie Vogels Voeren & Beloeren brachten vrijwilligers van Natuurpunt voor de 9de opeenvolgende winter de aantallen en de verspreiding van vogels die voederplaatsen bezoeken in kaart. De waarnemers, jong en oud, noteerden tijdens een halfuurtje of langer de maximale aantallen per soort die op en rond de voederplaats opdoken.Door de strenge en lange winter lagen de verwachtingen erg hoog. De vogels losten die verwachtingen in maar het aantal deelnemers nam af. Tot nu toe ontving Natuurpunt telgegevens uit ongeveer 6500 tuinen. Dat is zo’n 14% minder dan vorige winter. [b]Er werd het meest geteld in de provincie Antwerpen (1632 tuinen), met de gemeente Geel met 61 getelde tuinen op kop.[/b] In de andere provincies noteerden we de meeste tellers in Brugge, Gent, Hasselt en Leuven.Een voorlopige analyse van 5686 tuinen leert dat vrijwel alle soorten door de strenge koude in hogere aantallen naar de tuinen werden gelokt. Van bijna alle vinkensoorten werden recordaantallen waargenomen. Vooral de vink met gemiddeld 3,88 exemplaren per tuin en de groenling met 1,61 per tuin waren erg talrijk. De keep was ook relatief talrijk met 0,85 exemplaren per tuin. Tijdens de koude februarimaand in 2006 werden gemiddeld 1,57 staartmezen geteld, maar dit record werd dit jaar verpulverd met 2,30 per tuin. De soort werd in 4 op de 10 tuinen gezien, in 2007 werd de soort maar gezien in ongeveer 2 op de 10 tuinen.Een verliezer is de huismus. Voor het eerst verloor de soort de positie van talrijkste tuinvogel in de provincie Oost-Vlaanderen! In alle provincies werden minder huismussen gezien ten opzichte van vorig jaar. Ook in het bolwerk West-Vlaanderen blijft de soort afnemen.Het voorlopig totaal staat op zo'n 240.000 getelde tuinvogels op en rond de voederplaatsen, dat is gemiddeld 42 per tuin. Er kwamen gemiddeld zo'n 11 soorten per tuin naar de voederplaats. Het record van de koudere winter in 2006 van 43 vogels per tuin is net niet bereikt. In 2004, 2005, 2006, 2007 en 2008 waren er tijdens het telweekend respectievelijk gemiddeld 33, 31, 43, 35 en 39 vogels op de voederplaatsen per tuin. Met 48 vogels per tuin zette de provincie Limburg het hoogste gemiddelde neer. In Antwerpen werden gemiddeld 40 vogels per tuin geteld. (Oost-Vlaanderen 42, Vlaams-Brabant 42, West-Vlaanderen 43).De top tien voor Vlaanderen en per provincie vind je op www.natuurpunt.be/tuinvogels